De zomer is voorbij en de natuur maakt zich op voor de winterrust. Maar voor het zover is laat ze zich op haar mooist zien. Als die prachtige kleuren van de bladeren als de bomen de laatste voeding terugtrekken uit de bladeren: geel, rood, bruin, goud. Daartussen de bomen en struiken die wel groen blijven zoals de dennenbomen en de hulst. Sommige struiken produceren lekkere bessen voor de vogels zoals de lijsterbes (oranje bessen) en de hulst (rode bessen).
De kleurige bloemen van de planten zijn verdwenen en vervangen door bruine schermen en stengels vol met zaden die zich verspreiden om in het voorjaar weer een nieuwe bloemenpracht te geven. Ook kleine zoogdiertjes genieten van die zaden: muisjes, eekhoorntjes. Egels eten zich vol zodat ze 4 maanden zonder eten slapend kunnen doorbrengen in een warm holletje van bladeren en takken. De eekhoorn daarentegen legt overal in het bos voorraadjes met eten aan, want hij gaat niet in winterslaap. Soms vergeet hij wel eens zo’n voorraadschuurtje en daar maken de zaadjes dankbaar gebruik van om uit te komen. En als laatste moet ik natuurlijk de paddenstoelen noemen die in deze tijd als “paddenstoelen uit de grond schieten”. Al die mooie kleuren, die prachtige vormen. Muizen en eekhoorntjes eten van paddenstoelen; vooral het eekhoorntjesbrood is erg populair (het heet niet voor niets zo).
Als het niet te hard regent, maak dan eens een wandeling en geniet van al het moois en vergeet vooral niet naar de grond te kijken!
Help de hommels!
Hommels zijn de bekendste wilde bijen. Ze leven, in tegenstelling tot de meeste bijensoorten, in een volkje, net als de honingbij. In het vroege voorjaar, als de temperaturen weer wat omhoog gaan, kun je de eerste hommels zien vliegen. Die eerste hommels zijn hommelkoninginnen. Een hommelkoningin is een bevrucht vrouwtje dat zich de hele winter heeft verstopt. In de vroege lente komt ze tevoorschijn, op zoek naar nectar en stuifmeel van vroegbloeiende planten, zoals krokussen, klein en groot hoefblad en wilg. Als ze sterk is legt ze haar eitjes en maakt haar volk.
Aan het eind van het jaar gaan alle hommels dood, behalve het bevruchte vrouwtje, de nieuwe koningin. Zij moet een veilige warme plek hebben om te overwinteren. Je kunt haar daarbij helpen. Neem een leeg aardewerk (geen plastic) potje. Leg daar wat zacht mos in. Vervolgens wat hooi of stro en graaf het licht in, liefst op een plek die wat beschermd is. Dit kan in de tuin, maar ook in een plantenbak op het balkon. Dek het gat bovenop zodanig af dat de hommel er wel door kan, maar dat het niet kan inregenen (bijvoorbeeld met een potscherf). Help de hommel de winter door!
Als je aan de slag wil, zie deze link van het IVN!
